De compacte, gelijkvloerse eengezinswoning is het resultaat van een intensieve wisselwerking tussen de bewoners, een echtpaar tegen de pensioenleeftijd, en de architecten. Met levenslang wonen als motto werden verschillende leef- en gebruiksscenario's inzichtelijk gemaakt om de opdrachtgever te helpen geschikte keuzes te maken. De autonomie van de bewoners is cruciaal: tenslotte zijn zij het die de woning in de toekomst leven zullen inblazen.
Koken, baden en opbergen nemen een centrale plaats in het leven van de bewoners in, functies die efficiënt gebundeld worden in vrijstaande kastenvolumes. Door hun uitgekiende positie in het vrije, open plan, verdelen ze meteen de verschillende leefplekken in de woning en wordt de meestal plaatsverslindende circulatie toegevoegd aan de gebruiksruimtes.
Circuleren rondom de volumes wordt prettig door op deze assen te spelen met doorzichten en -lichten in de gevels. Een maximum aan toegankelijke en beleefde ruimte dus: we bouwen kleiner, maar winnen ruimte.